Guy Smagghe (53) kreeg tijdens een feestelijk moment officieel een oorkonde als ereburger van de stad Diksmuide. Normaal gezien had dat al vorig jaar moeten gebeuren, maar toen strooide corona roet in het eten. Smagghe, opgegroeid in Woumen, maakt(e) naam en faam in de wereld van de bioingenieurswetenschappen. Insecten kennen voor hem geen geheimen meer en die kennis wil hij ook graag delen in Diksmuide.
Diksmuide koestert haar (gewezen) inwoners die zich op een of andere manier verdienstelijk hebben gemaakt. Onder meer baron Hugo Vandamme, ingenieur en ondernemer, en Anna Vuylsteke († 2017), pionier voor het toerisme in Diksmuide, kregen eerder al de titel van ereburger. Nu is het de beurt aan Guy Smagghe. Of beter gezegd professor, doctor én ingenieur, want die academische titels mag hij dragen, naast z’n vele andere (inter)nationale onderscheidingen en erkenningen. Beginnen doen we echter … bij het begin.
“Ik ben opgegroeid in Woumen bij mijn ouders Walter Smagghe en Agnes De Corte. Als kleuter liep ik school bij de ‘nonnetjes’ in Woumen, voor mijn lagere en middelbare school trok ik naar het Koninklijk Atheneum in de Grauwe Broedersstraat. Nadien ging het, zoals bij wel meer studenten, richting Gent. Ik volgde er de opleiding ‘landbouwkundig ingenieur’, nu beter bekend als bio-ingenieur. Ik leerde er ook m’n vrouw Betty kennen. We bleven meer dan tien jaar in Gent ‘plakken’, maar met drie kinderen werd ons huis daar wat te klein. Ondertussen wonen we in Temse.
INTERNATIONALE ERKENNING ‘Wetenschappelijk onderzoek is internationaal’ is één van Smagghe’s motto’s en dat resulteerde in erkenning over de hele wereld. In 2012 werd hij als een van de jongsten ooit verkozen tot ‘Fellow’ van de prestigieuze ‘American Association for the Advancement of Science’ (AAAS), de grootste wetenschappelijke vereniging met veel Nobelprijswinnaars en ook uitgever van het topvaktijdschrift ‘Science’.” Daarnaast circuleert zijn naam ook op een lijst van meest geciteerde onderzoekers bij andere collega-onderzoekers én heeft hij vier eredoctoraten ontvangen in drie continenten: Afrika, Azië en Europa. Sinds vorig jaar maakt hij ook deel uit van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten (KVAB), een genootschap van excellente wetenschappers, kunstenaars en bedrijfsleiders. Zijn erelijst is te lang om op te noemen, Smagghe is duidelijk een Diksmuideling met wereldfaam. |
PASSIE VOOR INSECTEN
Zijn universitaire opleiding bezorgde hem, naast de liefde, ook de passie voor insecten. Hij specialiseerde zich via (post)doctoraatsonderzoek verder op het vlak van insecten- en landbouwwetenschappen en werd in 2002 benoemd tot onderzoeksprofessor aan de Universiteit van Gent. “Ondertussen doe ik al bijna 30 jaar onderzoek met insecten die belangrijk zijn voor de landbouw. Samen met mijn onderzoeksgroep zijn we uitgegroeid tot wereldwijde experts op het gebied van insectenonderzoek. De ambitie? Duurzame en innovatieve oplossingen integreren in onze moderne landbouw om die groener te maken en zowel plaaginsecten als gewasbescherming op een milieuvriendelijke manier aanpakken.
Hoewel hij al een tijdje niet meer in Diksmuide woont, wil Smagghe zijn expertise maar wat graag delen. “Ik wil, uit interesse, m’n steentje bijdragen aan het bijenactieplan van de stad om hun leefomstandigheden te verbeteren door bijvoorbeeld een stuifmeelrijke en bijvriendelijke omgeving te creëren. Ook het afraden van het gebruik van pesticiden, en waar het kan zelfs pesticidevrije zones creëren, kan helpen. Samen met de dienst Openbare Ruimte wil ik ook mee nadenken over concrete acties zoals een aangepast maaibeheer of bijvriendelijk beheer van braakliggende terreinen en graslanden. Misschien kan dat ook aansluiten bij natuurzones langs de IJzer en De Blankaart. Recreatie, mobiliteit en landbouw in harmonie.”
Insecten kennen voor hem geen geheimen meer
en die kennis wil hij ook graag delen in Diksmuide. |
Bron: Stadsmagazine Diksmuide
GERELATEERDE
BERICHTEN
Professor Smagghe Ugent gekozen als lid van grootste internationale wetenschappelijke vereniging
De ceremoniële overhandiging van
de titel zal plaatsvinden tijdens de jaarlijkse algemene conferentie van de
AAAS in Vancouver in februari 2012.
Prof. Smagghe is
onderzoeksprofessor binnen de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de
UGent. Zijn interesse gaat zowel naar fundamenteel als toegepast onderzoek op
het vlak van insectenfysiologie en de bestrijding van plaaginsecten. Er wordt
gewerkt met schadelijke en nuttige insecten die van belang zijn in de landbouw,
zoals rupsen, kevers, bladluizen en hommels.
Professor Smagghe en zijn
onderzoeksgroep verrichten origineel basisonderzoek om de mechanismen van groei
en ontwikkeling bij insecten te ontrafelen. Er gaat bijzondere aandacht naar
het unieke ontwikkelingsproces van metamorfose waarbij een insect een volledige
gedaanteverwisseling ondergaat (bijvoorbeeld van rups over pop tot adult). Het
onderzoek richt zich op de verschillende niveaus; van DNA tot het ganse insect.
Hierbij wordt gebruik gemaakt van klassieke en meer moderne biotechnologische
technieken zoals RNA-interferentie. Daarnaast wordt ook gekeken naar de
ecologische rol van insecten en de interacties met hun leefomgeving. Hier ligt
de nadruk vooral op hommels die zorgen voor de bestuiving en dus de productie
van vele landbouwgewassen.
In het luik toepassingsgericht
onderzoek wordt ook ijverig gezocht naar nieuwe interessante insect-specifieke
receptoren en nieuwe natuurlijke componenten die bruikbaar zijn binnen een
duurzame en milieuvriendelijke gewasbescherming. Het credo van prof. Smagghe en
zijn onderzoeksgroep is: “Passie voor onderzoek ten dienste van de
samenleving”.
Bron. Het Nieuwsblad – 13-12-2011
UGENT-PROF TOEGELATEN TOT GENIALE MENSENCLUB
De American Association for the Advancement of Science verkoos professor Guy Smagghe tot Fellow, en dat is geen klein bier. Hiermee voegt hij zich namelijk bij een hele resem topwetenschappers, al dan niet met Nobelprijs.
De AAAS is ’s werelds grootste wetenschappelijke vakvereniging en tevens uitgever van het prestigieuze tijdschrift Science. Ze selecteert haar Fellows op basis van bijzondere bijdragen in hun vakgebied. Professor Smagghe is de tweede Belg die deze eer te beurt valt – Nobelprijswinnaar Christian de Duve ging hem vooraf – en dankt dit aan zijn kennis over insectenfysiologie en de bestrijding van plaaginsecten. Samen met zijn team van 25 onderzoekers houdt hij zich bezig met zowel fundamenteel als toegepast werk. Ze werken enerzijds aan onderzoek om plaaginsecten de wereld uit te helpen, maar anderzijds helpen ze hommels — de goeierds die voor de bestuiving van gewassen zorgen en ons zo voorzien van eten — aan de beste overlevingskansen. U hoort het al: een multidisciplinaire duizendpoot.
Net terug van Vancouver, waar hij een rozet opgepind kreeg door de
voorzitster van de AAAS, zit professor Smagghe alweer achter zijn bureau. Daar
is hij omringd door papierbergen, potjes eetbare rupsen en een exemplaar
van Rupsje Nooitgenoeg.
Waar komt uw interesse voor insecten
vandaan?
“Wat mij steeds mateloos geboeid heeft, is de metamorfose die insecten
ondergaan. Hoe een rups een vlinder kan worden, vind ik fantastisch. De
film Erik of het klein insectenboek wakkerde in mijn
kindertijd de interesse aan, en toen ik wat ouder was, vond ik ook Kafka’s Metamorphosis geweldig.
Later ben ik dan bio-ingenieur gaan studeren, en tijdens het schrijven van mijn
thesis over het hormoon dat de vervelling bij insecten — en dus de metamorfose
— induceert, had ik de smaak echt te pakken. Nu ben ik gefascineerd door het
vergelijken van verschillende insecten. Om die reden houd ik me bezig met
meerdere insecten, waar andere onderzoekers zich meestal op één organisme
focussen.”
Een van de onderzoeken die u en uw team nu
voeren, draait rond het uitschakelen van de coloradokever, die ravage aanricht
op aardappelvelden overal ter wereld. Hoe gaat dit in zijn werk?
“Coloradokevers voeden zich met de bladeren van de aardappelplant, die
kalium bevatten. Dat bracht ons op het idee om de celmembraanpompen, die ervoor
zorgen dat de kaliumbalans in de cellen van de coloradokever op punt blijft,
plat te leggen. Dat kunnen we doen door te werken met RNA-interferentie.
Concreet wil dat zeggen dat als de coloradokever dan zo’n plant begint te
verslinden, hij een construct binnenkrijgt dat ervoor zorgt dat een van de
genen die het goed werken van deze pomp garandeert, niet tot expressie komt. Op
deze manier ligt de kever binnen de dag op zijn rug.”
Wat onderscheidt deze techniek?
“Het grote voordeel van deze methode is dat we hier aan selectieve
bestrijding doen. De coloradokever sterft, maar deze middelen zijn onschadelijk
voor de mens en andere eventueel nuttige insecten. Zo’n specifieke aanpak
verschilt helemaal van het nattevingerwerk dat vroeger vaak werd toegepast — de
universeel inzetbare, toxische pesticiden van weleer raken stilaan in onbruik.”
Doordat ze instaan voor de bestuiving van
gewassen, zijn hommels nuttige insecten en daarom neemt u ze ook onder de
vleugels. Wat doet u om ervoor te zorgen dat ze hun werk optimaal kunnen uitoefenen?
“Momenteel zijn we met tests bezig die bekijken of chemicaliën die gebruikt
worden in de landbouw wel compatibel zijn met de hommels. Ook bekijken we welke
bacteriën zich allemaal in hun darmen bevinden. Als we hieruit dan de goede
bacteriën kunnen isoleren én ze ook nog eens kweekbaar blijken te zijn, kunnen
we door toedienen van deze probiotica streven naar een betere algemene
gezondheid van de hommels, wat iedereen ten goede komt. Nu zijn we nog met het
fundamentele werk bezig — is deze darmflora gelijk bij alle hommels, wat is de
functie van elke bacterie — maar dit werk valt zeker revolutionair te noemen.”
Bron: HET BLAD VAN BITS — Schamper is het studentenblad van de Universiteit Gent – Clara Casert – foto Kristin Van Damme - 05-03-2012
Redactie: Bertrand Vande Ginste - https://sites.google.com/site/foodconsultplus/